Het belangrijkste recht dat in deze akte wordt gegeven, is het keurrecht. Dit wordt als volgt geformuleerd*:
'Voert so wat koeren dat onse baeliu of onse ghewarde rechter leghet bi onsen seven scepene ende onsen tueen raden vast ende ghestade te bliven ont ment verlegghen of verbeteren wil. '
Hertaald: 'Voorts zullen de keuren die onze baljuw, of onze gewaarde [officieel aangestelde] rechter, vaststelt met onze zeven schepenen en onze twee raden, vast en onverbrekelijk blijven, totdat men ze wil afschaffen of verbeteren.
De stad mag voortaan zelf keuren uitvaardigen. Hiermee krijgt Schoonhoven de bevoegdheid om zelf wetten de maken en een overheid te zijn.
- Piet Niestadt en René Kappers (red.), Het leven in Schoonhoven. De geschiedenis van het bestuur van de stad (Schoonhoven, 2014) 13, 31-33