Midden-Holland
Bron

In 1780 verkopen de Haastrechtse broers Marcellus Bisdom van Vliet en Adriaan Jacob Bisdom van Vliet de koffie- en katoenplantage ‘De Herstelling’ in het huidige Suriname. Marcellus woont op dat moment aan de Westhaven in Gouda en was eerder één van de burgemeesters van deze stad. Bij de verkoop van de plantage wordt bij een notaris een verkoopakte opgesteld, waarin precies wordt opgesomd wát zich op het plantageterrein bevindt. Handig voor de nieuwe eigenaar, maar ook voor onderzoekers in het heden. De lijst word opgemaakt door de beheerder van het terrein, en is een waardevolle bron over het leven op de plantage, ook dat van de slaafgemaakten.

Slavenarbeid

Wanneer de beheerder zijn lijst maakt bewerken dertig mannelijke en zesentwintig vrouwelijke slaafgemaakten akkers met daarop wel veertigduizend koffieplanten (coffij) en ruim achtduizend katoenplanten. In een morsloods slaan zij met stokken op de koffiebessen om ze van hun schil te ontdoen. Vervolgens stampen zij de bonen in het stampblok in meerdere vijzels (oud of bijna versleten) fijn. Uiteindelijk komt dit product in Nederland of elders op de markt. Na (of bij?) een opsomming van het vee noemt de beheerder de namen van de slaafgemaakten (afbeelding 2), waaronder tien kinderen; waarvan er negen jonger zijn dan vier jaar. De namen die zij van de planters krijgen zijn afkomstig uit de Griekse mythologie, de Bijbel, of zelfs van Nederlandse zeehelden (Ruijter, Tromp).

Het is belangrijk om te benadrukken dat slaafgemaakten op plantages als “De Herstelling” hun lot in vele gevallen niet zomaar accepteren. Zo trekt een zin die vooraf gaat aan de opsomming van de slaafgemaakten de aandacht: “De slaven die zich op de plantage bevinden of die daarop behoren”. De beheerder lijkt er bij het opstellen van zijn lijst rekening mee te houden dat de nieuwe eigenaren bij aankomst niet alle slaafgemaakten aantreffen. Dit is niet verwonderlijk, aangezien het niet ongebruikelijk is dat slaafgemaakten de barre leefomstandigheden ontvluchten, het oerwoud in.

Heri Heri op “De Herstelling”

In de inventaris vinden we schaarse informatie over het leven van de groep slaafgemaakten. Zo wonen ze in dubbele rij met elk twaalf huizen, gescheiden door een breed middenpad. Daarnaast noemt de beheerder een aantal opvallende stukken gereedschap: een cassaverasp en twee matappi’s. Cassave is een knolgewas dat door de slaafgemaakten gegeten wordt, maar wat in onbewerkte vorm giftig is. De geraspte cassave kan met een matappi, een gevlochten pers, ontdaan worden van het giftige blauwzuur. Vervolgens kan het tot meel verwerkt worden voor het bakken van platte broden. Op de “Herstelling” vullen de slaafgemaakten hun dieet waarschijnlijk aan met bananen, die onder de “bepotingen en beplantingen” als “pisangbomen” genoemd worden.

Samen met de cassave hebben de slaafgemaakten zo meerdere ingrediënten van het gerecht Heri Heri, dat ook nu nog gegeten wordt tijdens Ketikoti: de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli.

Lees meer over Marcellus Bisdom van Vliet en plantage De Herstelling in het boek  ‘Het koloniaal en slavernijverleden van Gouda: een verkenning’, op bladzijden 116-123.

Leer hier meer over Heri Heri en de Surinaamse keuken:

Herkomst

Datering

3-10-1780

Collectie

Archieven van de notarissen residerende te Gouda, 1593-1842

Organisatie

Streekarchief Midden - Holland

Nummer

0043. 854, bladzijde 365

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen