Midden-Holland
Bron

In de 16e eeuw domineert het koninkrijk Portugal de Europese handel in gewilde specerijen uit de Indonesische eilanden, zoals peper, kruidnagel en nootmuskaat. Deze producten verrijken als smaakmakers de Europese keukens, maar worden ook als medicijnen gebruikt. Als enige Europese macht heeft het katholieke Portugal toegang tot islamitische en hindoeïstische vorstendommen op Java, Sumatra en de Molukken. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog wordt dit een probleem voor de overwegend protestantse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De vereniging van de kronen van Portugal en Spanje in 1580 zorgt er namelijk voor dat de handel van Aziatische specerijen ineens in handen van een vijand van de opstandige Nederlandse provincies ligt. Het is dan ook van groot belang dat Nederlanders zelf overzeese contacten leggen. Twee Gouwenaren, de hier afgebeelde Cornelis de Houtman (afbeelding 1) en zijn broer Frederik, spelen hierin een belangrijke rol. Cornelis moet zijn overzeese ambities uiteindelijk echter met de dood bekopen.

Nieuwe kansen in een roerige tijd

Cornelis de Houtman en zijn broer Frederik worden rond het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog geboren; een roerige tijd die nieuwe obstakels opwerpt, maar ook nieuwe kansen biedt. Als kinderen van een Goudse bierbrouwer maken zij de inname van Gouda door de protestantse troepen van Willem van Oranje mee. Gedurende de oorlog gaat de afzetmarkt van het bier van hun vader in de Zuidelijke Nederlanden echter verloren. De broers beproeven hun geluk daarom in Amsterdam. Deze stad is door het verlies van de haven van Antwerpen aan de Spanjaarden (1585) een steeds belangrijkere handelsfunctie gaan vervullen in West-Europa.

Nadat de Portugese en Spaanse koningshuizen zich in 1580 verenigen, proberen meerdere Nederlandse handelscompagnieën zelf de weg naar Azië te vinden. Cornelis (mogelijk samen met zijn broer) vertrekt naar het Portugese Lissabon om in het geheim inlichtingen in te winnen. Deze informatie wordt echter goed bewaakt. Wanneer hun dekmantel als kooplui wordt doorzien verdwijnen ze in het gevang. Pas als ze worden vrijgekocht door een van de zogenaamde voorcompagnieën, voorlopers van de later zo machtige Verenigde Oost-Indische Compagnie, kunnen de voorbereidingen voor de zeereis worden voortgezet. In 1595 vertrekt een vier schepen tellende vloot onder leiding van opperkoopman Cornelis de Houtman naar het Javaanse vorstendom van Banten (afbeelding 2). Dit is een “Eerste Schipvaart” die voor de helft van de 248 opvarenden ook de laatste zal zijn. De problemen verergeren rondom het eiland Madagaskar en worden verder beschreven in de tekst Madagascar en Lourens als eerste slaafgemaakten. 

Een rampzalige tweede reis

Alhoewel de Eerste Schipvaart geen commercieel succes is geeft zij in Nederland voldoende vertrouwen om in 1598 nieuwe scheepsvloten uit te rusten. Ook de gebroeders de Houtman wagen een tweede poging. Ditmaal richten zij zich met een Zeeuwse vloot op het islamitische vorstendom (sultanaat) van Atjeh op Sumatra.

Bij aankomst in Atjeh treffen de broers een politiek wespennest aan, aangezien ook de Portugezen de sultan het hof maken. Na enkele succesvolle onderhandelingen over de peperhandel verslechteren de verhoudingen met de Atjeeërs door toedoen van deze concurrentie. Bij een Atjese aanval op de Nederlandse schepen in 1599 wordt Cornelis de Houtman gedood. Zijn broer Frederik bevindt zich op dit moment aan land, waar hij voor twee jaar gevangen word gezet. Over deze tijd publiceert hij bij terugkomst in Nederland het boek Cort Verhael, waarin hij onder andere schrijft over de rijkdom van het sultanaat en de tevergeefse pogingen van de sultan om hem tot de islam te bekeren. Later zou hij in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie de eerste gouverneur van het Molukse eiland Ambon worden.

Zo zien we dat de Nederlandse overzeese gebiedsuitbreiding onder andere wordt aangedreven door de Europese geloofsstrijd tussen protestanten en katholieken. In deze uitbreiding spelen twee Goudse broers een sleutelrol. De vraag hoe wij hen herinneren staat centraal in het stuk Herinnering aan de Houtman.

Herkomst

Maker

Willem Lodewijcksz.

Datering

1602

Collectie

Librijecollectie

Organisatie

Streekarchief Midden - Holland

Nummer

0190. 8008b


Beschikbare tools

Overzicht van alle tijdlijnen

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen