Haastrecht, 30 april 1923
Uit naam mijner moeder P.W. Hoffland. geb. Both. daar zij er zelf onbekwaam toe is, bericht ik U dat zij wegens haar zwak lichaam, 11 April niet aan het stembureau kon verschijnen om haar stem uit te brengen.
En in deze mag ik U melden, dat de Heere aan mij ontdekt heeft, dat het tegen Zijn Heilig Woord is dat een vrouw gaat stemmen. Dit is de rede, waarom ik 11 April mij niet aan het stembureau aan kon melden, want ik zou het in de ongunste Gods gedaan hebben.
Hoffland.