Midden-Holland
Bron

In 1607 verscheen in Gouda het kleine schoolboekje ‘Korte onderwijsinghe der kinderen in de christelijcke religie’. In de volksmond heette het boekje al snel de Goudsche CatechismusLange tijd was Gouda de enige stad in de Nederlanden met een eigen catechismus. In de geest van Erasmus en Coornhert wilde de stad een brede volkskerk en deed het er alles aan om de Gouwenaars te verenigen onder één dak. Het viel niet mee om predikanten te vinden die afweken van de Heidelbergse Catechismus. Geheel tegen de zin van de gereformeerde synode slaagde het Goudse stadsbestuur er uiteindelijk in de ideale voorganger te vinden: Herman Herbers, de schrijver van de Goudse Catechismus.

Een eigenzinnige koers

Door de opstand tegen Spanje verloor de katholieke kerk haar positie als staatskerk. Zij moest plaatsmaken voor aanhangers van de nieuwe, gereformeerde leer. Vanaf 1573 bevoorrechte de Hollandse overheid alleen deze calvinistische kerk. De calvinisten kregen de beschikking over alle kerkgebouwen, hun dominees werden door de staat betaald. Alleen Gouda lag van meet af aan dwars. Het stadsbestuur voelde er niets voor de gereformeerden alleenheerschappij te geven. De regenten hechtn grote waarde aan tolerantie en gewetensvrijheid, geheel in de geest van Erasmus en Coornhert. Het liefst zagen zij een brede volkskerk, waarbij zoveel mogelijk Gouwenaars kerkelijk verenigd werden onder het dak van de Sint-Janskerk. Vandaar dat de bestuurders alles in het werk stelden om greep te houden op de kerk. Zij gingen actief op zoek naar dominees die het gezag van de overheid over de kerk accepteerden. Bovendien moesten het geen scherpslijpers zijn. Gouda wilde geen voorgangers die hel en verdoemenis preken en mensen zouden uitsluiten. De stad zocht mild-gereformeerde dominees.

Stadsdominee

De gereformeerden wensten onverkort vast te houden aan de leerstukken van hun geloof. Deze zijn vastgelegd in de Heidelbergse Catechismus uit 1563. Gouda eiste van predikanten dat zij deze catechismus niet zouden gebruiken. Het kostte het Goudse stadsbestuur veel moeite om dominees te vinden die daartoe bereid waren. Als ze voor Gouda kozen kregen ze het meteen aan de stok met hun synode. Het gevolg was dat veel dominees het al heel snel voor gezien hielden. Pas in 1582 werd met Herman Herbers de ideale stadsdominee gevonden. Deze voormalige monnik was een begenadigd (s)preker en wist duizenden Gouwenaars te boeien en te binden. De gereformeerde synode deed er alles aan om hem weg te krijgen, maar het stadsbestuur liet dit niet toe. Zo kon Herbers een kerk naar Goudse snit opbouwen. Hij kreeg geestverwanten aan zijn zijde, onder wie zijn zoon Dirk. Met hen schreef hij uiteindelijk ook een eigen leerboekje, de Goudsche Catechismus. In een vraag- en antwoordspel werden de fundamenten van het christelijk geloof bondig opgesomd. Het was de bedoeling dat kinderen de antwoorden uit hun hoofd leerden en konden opzeggen. Een dergelijke systematische geloofsinprenting noemen we een catechismus. Eeuwenlang was dit dé methode om de jeugd klaar te stomen voor het kerklidmaatschap. Nog net voor Herbers’ dood in 1607 rolde de catechismus bij Jacobus Migoen van de persen. Tegenstanders noemden het Goudse boekje smalend ‘een schoen die iedereen past’.

Onder Verdieping vind je meer informatie over de Goudse Catechismus in de Goudse Canon.

Alle bronnen