Lees meer over het onstaan van dorpen in de Krimpenerwaard in:
- C.L. van Groningen, Krimpenerwaard, (1996): https://www.dbnl.org/tekst/gron052krim02_01/.
Twee citaten:
"Binnen de dorpen fungeerden de kerken als aantrekkingspunt. Rond de kerk kon een kleine dorpskom ontstaan, vooral als de kerk bij een kruispunt was gesitueerd. In het binnengebied heeft zich komvorming voorgedaan bij Berkenwoude, Stolwijk en Bergambacht..........Bergambacht ligt als vermeld op een donk. De dorpsdonk ligt op zo'n 2,5 meter boven N.A.P. Op een tweede wat zuidelijker gelegen donk is het kasteel 's Heer Aartsberg gebouwd. Het geheel werd met een slotgracht omgeven; door het noordelijk deel is later de spoorlijn Gouda-Schoonhoven gelegd. De laatste delen van het slot zijn in 1910 gesloopt. Tegelijkertijd werd toen de hoogte van het maaiveld verminderd. Het kasteelterrein plus een deel van de gracht zijn bewaard gebleven. Buiten de dorpskom werd de bebouwing uitgebreid langs de weg richting Stolwijk. Tot ver in de 19de eeuw bleef de uitbreiding echter bescheiden." (pa.31)
"Net als bij de boerderijlinten in het binnengebied zijn er dijkdorpen mèt komvorming, zij het in wisselende mate (Krimpen aan de Lek, Lekkerkerk, Ammerstol en Ouderkerk)...........Ammerstol. Het dorp, waarvan de grafelijke tol in 1233 wordt genoemd, heeft in de Middeleeuwen stadsrechten gekregen, toen de elkaar beconcurrerende landsheren, de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht het grensgebied bestrooiden met stadsrechtverleningen. Ammerstol kreeg de rechten in 1322 van graaf Willem III. Later volgde nog het recht van tolvrijheid, het recht op een jaarmarkt en werd een kapel gebouwd. Ammerstol kon echter de concurrentie met Schoonhoven niet aan. Van ontwikkeling tot stad was geen sprake. In 1401 verhuisde de grafelijke tol naar Schoonhoven (en vandaar in 1424 naar Slikkerveer). Het tolhuis, met aangebouwde waag, was tot in deze eeuw aanwezig." (pa. 32)