Jongens roken veel en meisjes gaan naar de kapper
Door de groeiende welvaart in de jaren 60 kunnen ook tieners of jongeren steeds meer geld uitgeven. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek in 1963 naar de uitgaven van 3500 jongeren in de leeftijd van 15 – 25 jaar. Er zijn grote verschillen tussen jongens en meisjes. Jongens hebben bijna twee keer zoveel geld te besteden als meisjes in dezelfde leeftijd.
De jongeren geven geld uit aan: ‘rookwaren, voertuigen, camera’s, radiotoestellen, bandopnemers, grammofoons, sportartikelen, horloges, schrijfgerei, grammofoonplaten, vakantiebesteding en spaargelden.’
In het onderzoek wordt ook gevraagd naar de vrije tijdsbesteding van jongeren. Meer dan de helft van de ondervraagden kijkt drie of vier dagen per week naar de televisie. Veertig procent gaat eens per week naar de bioscoop en dertig procent van de jongeren gaat eens per week naar een dancing. In het onderzoek staat dat bijna de helft van de tieners driemaal per week luisteren naar radio Luxemburg. De uitgaven voor sportartikelen is relatief laag, want de ondervraagde jongeren zijn niet heel actief in sport, ongeveer een derde van de jongens doet aan voetbal en een kwart van de meisjes aan tennis.
De Schoonhovense Courant heeft dit bericht over een landelijk onderzoek naar uitgaven van de zogenoemde ‘teenagers’ gepubliceerd op 30 januari 1963.